Observatie Diagnostiek 2-7

Soms ontstaan er thuis, op het kinderdagverblijf of school zorgen over de ontwikkeling of het gedrag van een kind. Observatie Diagnostiek is bedoeld voor kinderen tussen de 2 en 7 jaar die zich anders ontwikkelen of ander gedrag laten zien dan passend bij hun leeftijd.

Vanuit Observatie en Diagnostiek (voorheen KWIK, 'Kijk wat ik kan') kijken we een periode mee, thuis, op school of eventueel op een observatiegroep van Cardea. Ouders worden nauw betrokken in dit proces. Naast observaties voeren we ook onderzoeken uit, zoals bijvoorbeeld een intelligentieonderzoek, spelobservatie en vragenlijsten. Welke onderzoeken we inzetten, hangt af van de vraag waarmee het kind is aangemeld en wat er nodig is om een zo goed mogelijk beeld te krijgen. Het Observatie en Diagnostiek team bestaat uit medewerkers van Cardea en GGZ Rivierduinen.

Aan het eind van het traject is er een beeld van de ontwikkeling, behoeften en mogelijkheden van het kind. Dit kan leiden tot een (classificerende) diagnose. Het beeld van het kind vormt het uitgangspunt in het advies, dat gericht is op wat het kind nodig heeft om zich verder te ontwikkelen en/of welke vervolghulp passend is voor kind en gezin.

Gemiddeld duurt een traject tussen de 4 en 6 maanden. We kijken altijd samen met het gezin naar wat nodig is.