Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

Hoe rijm je chaos met structuur

Interview | Interview met een jeugdzorgwerker

Een kind staat dansend op tafel, een ander rolt het wc papier uit tot aan de rol, een volgend kind zit aan zijn tafel te werken terwijl een ander gefrustreerd en met veel geluid zijn auto op de grond gooit. Een ontplofte chaos kan het zijn op de Atlas, een van de van de onderwijs-zorg groepen binnen Cardea. Tot je verder kijkt en de gedreven jeugdzorgwerkers van de groep spreekt. Zij vertellen vol passie en humor hoe we deze chaos kunnen rijmen met de structuur die kinderen met autisme zo nodig hebben. Een interview met én door een jeugdzorgwerker van Cardea.

De Atlas is een onderwijs-zorg groep voor kinderen tussen de vier en zes jaar met een autisme spectrum stoornis. In de Atlas werken mensen uit de zorg van Cardea samen met mensen uit het onderwijs van Orion-Proo Leiden. Kinderen met een vorm van autisme kunnen vaak prima op de basisschool of in het speciaal onderwijs terecht. De kinderen op de Atlas is dat niet gelukt.

Jeugdzorgwerker Bianca vertelt: ’De kinderen die hier komen hebben heel veel moeite met het sociale stuk, waardoor ze uitvallen in een groep. Vaak is het mis gegaan in een reguliere groepssetting waardoor er blokkades en angsten zijn ontstaan. Emoties zijn ook moeilijk voor deze kinderen. Ze kunnen zichzelf moeilijk duiden en uiten. Laat staan dat ze begrijpen hoe het bij een ander werkt. Op de Atlas leren de kinderen hoe ze om kunnen gaan met andere mensen en met emoties, hoe ze kunnen communiceren als ze iets willen en waarom dit belangrijk is. Soms lijkt het alsof ze uit hun eigen wereld gehaald moeten worden.‘

Hoe leer je de kinderen om hiermee om te gaan?

Bianca: ‘We werken vanuit de motivatie van het kind. Denk aan een fascinatie voor een bepaald soort speelgoed of onderwerp (zoals tellen, barbies, de treinbaan of lego), actief een rondje rennen op de gang, in de kussenkamer een hut bouwen en daar met speelpoppetjes gaan spelen, een filmpje kijken op een tablet over Numberblocks en ga zo maar door. Als we deze motivatie vinden, kunnen we aan de slag. Ieder kind heeft zo zijn eigen motivaties en manieren. Het is echt een puzzel die we samen leggen. We werken allemaal vanuit de Pivotal Response Treatment (PRT)*. De jeugdzorgwerkers, onderwijsassistent en de leerkracht zijn hierin geschoold en ook ouders worden hierin meegenomen.

Hoe nemen jullie ouders mee in de aanpak?

Bianca: ‘We werken heel nauw samen met ouders. Er wordt bij ieder breng- en haalmoment tijd gemaakt voor een overdracht. We willen weten hoe het thuis gaat en vertellen hoe het op de groep gegaan is. We delen met elkaar wat we gezien hebben rondom de motivatie van het kind en hoe er gewerkt is aan de leerdoelen; thuis en op de groep. Als thuis bijvoorbeeld wordt ervaren dat het kind niet kan delen, hoe gaan we er dan thuis mee om en hoe op de groep? Eenzelfde aanpak zorgt ervoor dat het kind ook weet hoe de vork in de steel zit. In de overdracht maar ook in geplande ouder gesprekken ‘finetunen’ we de aanpak zoals we deze samen bedacht hebben.

Waar lopen ouders eigenlijk tegen aan?

‘Ouders lopen aan tegen slaapproblemen, eetproblemen, weglopen, communicatie met hun kind, de omgang met andere kinderen bijvoorbeeld buurtgenoten, zindelijkheid, het moeilijk beïnvloedbaar zijn van hun kind… en ga zo maar door.’

Is de plaatsing altijd succesvol?

Bianca: ‘Ja, het heeft altijd succes (ook al zijn het kleine stapjes)! De exit-formulieren die ouders aan het einde van de plaatsing invullen zijn eigenlijk altijd positief. Meestal voelen de kinderen zich binnen een aantal weken en soms zelfs al binnen een aantal dagen veilig op de groep. Ouders merken dit aan hun kind doordat ze bijvoorbeeld ineens zonder te huilen de deur uit gaan. Terwijl het altijd een drama was om naar de reguliere opvang of school te gaan. Ook zien ouders vooruitgang in de communicatie en merken ze dat hun kind meer ontspannen is en meer in het hier en nu kan zijn. Het mooist is misschien wel dat de kinderen blij zijn en stapjes vooruit gaan.

Hoe is dit voor de ouders?

‘We krijgen vaak terug dat ouders zich, net als de kinderen, gezien en gehoord voelen. Waar ze voorheen vaak te horen kregen wat er allemaal niet goed ging - hij wil zijn schoenen steeds uit of ze loopt aldoor op haar tenen- horen ze nu wat hun kind allemaal wél kan. Dit sterkt ouders. Daarnaast leggen we echt samen met ouders de puzzel van het kind. Ouders kennen hun kind het best!’

Die puzzel per kind, dat zal wel tijd kosten?

‘Dat kost inderdaad veel tijd. Het vraagt afstemming aan alle kanten. Maar het kost ook tijd omdat er in het begin vaak 1 op 1 met het kind gezocht wordt naar hoe het voor hem of haar werkt. Daarbij leren ze op hun eigen manier vaardigheden aan en hebben ze hun eigen aanpak als het gaat om beïnvloeden van de gedragsproblematiek die gaandeweg ontstaan is. Pas als het kind hier stappen in gezet heeft, kunnen we proberen of hij/zij een kleine groep aan kan.’

Wat doen jullie om zelf ook te groeien in jullie eigen ontwikkeling?

Bianca: ‘Onlangs hebben we met het hele team een post-HBO opleiding gevolgd rondom Sensorische Integratie. Prikkelverwerking speelt een enorm grote rol in de groep en werkt voor ieder kind anders maar verklaart vaak ook waar het gedrag van een kind vandaan kan komen. Mooi om ons bewust van te zijn en om dit naast de therapie van de kinderfysiotherapeut te zetten.’

En hoe komt het nou eigenlijk dat de groep soms zo chaotisch lijkt?

‘Binnen het geheel van de groep heeft ieder kind zijn/haar eigen aanpak en eigen dagstructuur. We kunnen niet harder lopen dan dat de kinderen gaan. Het ene kind doet een minuut over de overgang naar buiten en de ander heeft hier een half uur voor nodig of komt zelfs helemaal niet over de drempel. Dan verwachten we dit ook niet maar gaan we aan de slag met dat wat dit kind nodig heeft. En zo lijkt het alsof iedereen op een bepaald moment iets anders aan het doen is en heeft het wat weg van chaos. Maar voor ons is het geheel duidelijk en krijgt ieder kind de kans om te leren wat het nodig heeft in de tijd die hij of zij hiervoor nodig heeft.’

Waar ben je trots op?

Bianca: ‘Ik ben trots op de stappen die de kinderen zetten. Soms zijn het kleine stapjes maar ze blijven groeien. Ook ben ik er trots op dat zoveel ouders tevreden zijn. Soms is het moeilijk met een kind of een combinatie kinderen maar we geven nooit op. Er is altijd een manier te bedenken. Dat maakt ook dat het na zoveel jaar nog steeds leuk en interessant is om op de Atlas te werken!’


Dit interview werd geschreven door Jojanneke, jeugdzorgwerker en coach bij Alert 4 You.

Foto: ©Cardea ter illustratie. Dit zijn niet de hulpverlener en/of de kind(eren) uit het verhaal.

NB Na de Atlas stromen kinderen meestal door naar het speciaal onderwijs.
*PRT is een behandelmethode gericht op het vergroten van de motivatie tot interactie bij mensen met een autisme spectrum stoornis.