Een klein gebaar, een groot verschil
Interview | Verhaal van een Supporter (vrijwilliger)
De Supporters vormen een informeel support netwerk van vrijwilligers voor kinderen, jongeren en gezinnen die bekend zijn bij de teams van Cardea en de diverse jeugdteams. Deze vrijwilligers zijn ondersteunend aan de zorg van de professional. Iets waar enorm behoefte aan is. Denk aan een jongere helpen verhuizen, samen muziek maken, een maatje zijn voor iemand op de wachtlijst. Manuela is Supporter en deelt met ons haar ervaring.

Manuela, zelf moeder van twee studerende kinderen van 18 en 20 jaar, vindt het belangrijk om naast haar baan nog iets extra’s te kunnen betekenen voor een ander. “Wij hebben het goed. Eigenlijk vind ik dat iedereen die een uurtje of een dagdeel kan missen, bij zou kunnen dragen om de wereld een beetje mooier te maken. Zeker in deze tijd, waarin ik de wereld niet heel fraai vind, vind ik dat we wel wat meer naar elkaar om mogen kijken.”
Hoe word je Supporter?
“Op Facebook zag ik een berichtje over een jongetje hier in Alphen dat in een gezinshuis woont. Er werd vervoer voor hem gezocht naar een logeerhuis, één keer in de vier weken. Dat stukje was zo leuk geschreven. Toen dacht ik: ach, zo'n mannetje in Alphen, wat is nou de moeite om hem op vrijdagavond even weg te brengen en hem op zondag aan het einde van de dag weer op te halen? Toen heb ik me aangemeld als Supporter en kennisgemaakt met coördinator Marloes. Dat klikte heel goed.”
Kennismaken en een band opbouwen
“Een paar weken later hebben we een kennismakingsgesprek gehad bij de ouders thuis en een of twee weken later heb ik kennisgemaakt met M., een jongetje van 12 jaar. Hij vond de kennismaking heel spannend, maar op een gegeven moment ontdooide hij. Hij vertelde dat hij veel geld spaarde en dat hij op zaterdag naar de voetbalclub ging om alle lege blikjes en flesjes op te halen voor statiegeld. Met dat geld ging hij dan naar de lokale kringloopwinkel om te kijken of ze daar Pokémonkaarten hebben of iets anders leuks. Ineens gingen zijn oogjes twinkelen, keek mij aan en zei: ‘Ik heb een idee!’ ‘Nou,’ zei ik, ‘vertel je idee,’ maar ik voelde hem al aankomen. ‘Zullen wij samen even naar die winkel?’ Toen zei ik: ‘Je boft, ik heb geen afspraken dus dat kan, maar dan moet je wel beloven dat je naar mij luistert.’ Dat beloofde hij en tijdens de wandeling naar de winkel stelde hij allerlei vragen.”
“Toen we terugkwamen, zei ik tegen zijn gezinsouders: ‘Wat een lekker joch!’ ‘Ja, dat is hij ook,’ zei ze. Ze heeft mij verder niet uitgelegd wat hij heeft. Ze zei: ‘Ik kan het je wel vertellen, maar ik weet niet of het ertoe doet.’ Waarop ik zei: ‘Als jij vindt dat het er niet toe doet en ik de handvatten krijg die ik nodig heb om te zorgen dat het allemaal goed loopt, dan hoef je het mij niet uit te leggen.’ Toen vroeg ze aan M. of het goed was dat ik hem af en toe naar Vlaardingen zou brengen. Dat vond hij prima.”
Gek op knopjes, duidelijkheid bieden
“De eerste keer dat ik hem ging wegbrengen, vroeg zijn vader of M. voor- of achterin de auto mocht zitten. Waarop ik zei: ‘Gewoon naast mij voorin, anders krijg ik een taxi-gevoel.’ Zijn vader zei: ‘Jaaa, maar hij is dol op knopjes, dus je moet heel duidelijk met hem afspreken dat hij nergens aan zit.’ Dus ik keek M. aan en zei: ‘Heb je dit gehoord?’ ‘Ja, en dat ga ik ook echt niet doen.’ Ik zei: ‘We spreken dit af: jij mag voorin, maar als je aan knopjes gaat zitten – wat niet mag – dan moet je de volgende keer achterin zitten.’ En het gaat altijd goed.”
“De ene keer kletst hij honderd uit, de andere keer is hij moe en luisteren we gewoon naar de radio en stel ik hem af en toe een vraag. Ik breng en haal hem nog steeds één keer in de vier weken. Als ik een keer niet kan omdat ik met vakantie ben, dan laat ik het tijdig weten, en dan hebben zijn gezinsouders meestal nog wel kennissen of vrienden die hem een keer weg kunnen brengen.”
Waardering
“Met kerst kreeg ik een doosje Merci met een kaartje, waarop hij had geschreven: ‘Bedankt voor de gezellige ritjes.’ Hij had erg zijn best gedaan om zo’n mooi tekstje te schrijven. Heel schattig. Het is voor mij zo’n kleine moeite, zo’n bedankje is eigenlijk niet nodig. Dat kaartje betekende al zoveel voor mij.”
“Op een gegeven moment kreeg ik ook een keer een knuffel van hem toen ik hem thuis had afgezet. Dat betekende dat ik zijn vertrouwen had gewonnen. Dat is echt de kers op de taart. Dus zolang hij het leuk vindt als ik hem wegbreng en ophaal, blijf ik dat met liefde doen.”